Taalniveau A1: lezers op dit niveau begrijpen vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen
Taalniveau A2: lezers op dit niveau kunnen korte eenvoudige teksten begrijpen en kunnen specifieke informatie vinden in eenvoudige, voorspelbare teksten zoals advertenties en folders. Begrijpen korte, eenvoudige brieven.
Taalniveau B1: lezers op dit niveau begrijpen teksten die vooral bestaan uit veelvoorkomende woorden en alledaags taalgebruik. Ook moeilijkere teksten kunnen lezers op dit niveau begrijpen, zolang dit gerelateerd is aan zijn hobby of beroep.
Taalniveau B2: lezers op dit niveau begrijpen moeilijke artikelen over actuele onderwerpen, waarbij de schrijver een bepaald standpunt inneemt.
taalniveau C1: lezers op dit niveau kunnen lange en complexe teksten lezen. Zij begrijpen vaktermen, complexe teksten en technische beschrijvingen.
taalniveau C2: lezers op dit niveau zijn zeer taalvaardig. Zij begrijpen alle soorten teksten en vakjargon.